https://www.zanderijcastricum.nl/
Het duinterrein bij Castricum wordt gekenmerkt door de uitgestrekte eikenbossen, die oorspronkelijk zijn aangeplant voor exploitatie als eikenhakhout. De bomen werden met tussenpozen van 20 tot 30 jaar omgehakt om de bast, die veel looizuur bevat, eraf te kloppen en te verkopen aan leerlooierijen. Het overblijvende tak- en stamhout werd vooral afgenomen door bakkers als brandstof voor hun ovens. Na de komst van synthetisch looizuur was de bast niet meer nodig, werd er niet meer gekapt en groeide het hakhout uit tot veelstammige stoven. Weer later zijn deze stoven ‘op één gezet’ (één stam werd gespaard, de rest verwijderd) en ontstond een zogenaamd spaartelgenbos. Deze 150 jaar oude bossen met een rijke ondergroei van kruiden en kamperfoelie, vormen een schoolvoorbeeld van ‘duineikenbos’. Tussen de bossen ligt ook een groot perceel struweel: meidoorn, sleedoorn, kardinaalsmuts, duindoorn en vogelkers. In het voorjaar bloeien deze bomen en struiken uitbundig en lijkt er een symfonieorkest te klinken als de vele nachtegalen hun stem laten horen.