Algemeen
Het duinterrein bij Castricum wordt gekenmerkt door de uitgestrekte eikenbossen, die oorspronkelijk zijn aangeplant voor exploitatie als eikenhakhout. De bomen werden met tussenpozen van 20 tot 30 jaar omgehakt om de bast, die veel looizuur bevat, eraf te kloppen en te verkopen aan leerlooierijen. Het overblijvende tak- en stamhout werd vooral afgenomen door bakkers als brandstof voor hun ovens. Na de komst van synthetisch looizuur was de bast niet meer nodig, werd er niet meer gekapt en groeide het hakhout uit tot veelstammige stoven. Weer later zijn deze stoven ‘op één gezet’ (één stam werd gespaard, de rest verwijderd) en ontstond een zogenaamd spaartelgenbos. Deze 150 jaar oude bossen met een rijke ondergroei van kruiden en kamperfoelie, vormen een schoolvoorbeeld van ‘duineikenbos’. Tussen de bossen ligt ook een groot perceel struweel: meidoorn, sleedoorn, kardinaalsmuts, duindoorn en vogelkers. In het voorjaar bloeien deze bomen en struiken uitbundig en lijkt er een symfonieorkest te klinken als de vele nachtegalen hun stem laten horen.
Infiltratie
In de jaren vijftig van de vorige eeuw is in het open duingebied een infiltratiesysteem aangelegd om voorgezuiverd Rijnwater een verdere zuivering te doen ondergaan. In de duinbodem werd dit water bacterie- en virusvrij en kreeg het een gelijkmatige temperatuur, Daarna werd het weer opgepompt om het na te zuiveren tot drinkwater. Bij een ingrijpende renovatie van het infiltratiegebied rond 1990, konden ook biologen en boswachters hun ideeën inbrengen. Zo ontstond een prachtig gebied met ruimte voor natuur in vele vormen. Vogels profiteren daar nog het meest van, zoals goed te zien is vanuit de vogelobservatiehut “Boetje van onze Kees”.
De Zanderij
De Zanderij is al tientallen jaren in gebruik als teelland voor ondermeer bolgewassen. Veel “bijgoed”, als crocussen, scilla’s, blauwe druifjes, sneeuwroem, anemonen en andere dwerggewasjes komen hier vandaan. Vanaf eind februari tot mei staan delen van de Zanderij in bloei in allerlei verschillende kleuren.
Kijk uit
Tot in het begin van de vorige eeuw was “Kijk-Uit” hét verzamel- en beginpunt van de jachtpartijen die in de duinen plaats vonden. Er werden speciaal voor de jacht fazanten gefokt en losgelaten. Het huis zelf werd eind negentiende eeuw gebouwd in opdracht van jonkheer Gevers van Endegeest, toenmalig bezitter van het Heemskerker duin. Opvallend is dat aan de voorgevel van het huis een balkon ontbreekt. Sinds 2010 is het een theehuis met dagbesteding voor mensen met een beperking, genaamd “Hof van Kijk-Uit”.
Bunker
Achter een stevig toegangshek bevindt zich de ingang van een bunker. Daar lag in de Tweede Wereldoorlog ook een tijdlang Rembrandts “Nachtwacht” opgerold te wachten op betere tijden. Er zijn ook voormalige bouwlandjes te zien. Langs de randen dringt de begroeiing op. Als er niet meer gemaaid wordt is het snel volgegroeid met duindoorn en andere struiken. Er staan in het oudere bos wat sparren bij een duinplasje. Dat plekje heet “Kerstavond”. De plas is ooit gegraven als drinkplaats voor wild.
Duinbewoners
Van de 1200 plantensoorten die behoren tot de Nederlandse flora komt maar liefst 60% in het Noordhollands Duinreservaat voor. Vogels gebruiken het duingebied op verschillende manieren. Zestig soorten zijn er het hele jaar aanwezig. Daarnaast is er nog een grote groep tijdelijke gasten die hier foerageren of rusten. Daarom zijn de duinen ook in trek bij vogelliefhebbers, die er jaarlijks minstens 200 soorten zien! Vogels zijn te zien in het infiltratiegebied en vanuit de vogelhut. De vos is het best vertegenwoordigde zoogdier in de duinen. Het aantal soorten muizen is divers, maar konijn, egel en eekhoorn zijn de meest geziene soorten. Ook padden, kikkers, salamanders en de duinhagedis zijn er thuis, net als vlinders en veel andere soorten insecten.
Bron: PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland